In het tijdschrift Groen van September 2010 staat een artikel over het Schutterspark in Brunssum. De auteur, Fon Habets, heeft in zijn groen-historisch onderzoek aangetoond dat dit park een volkspark is aan de hand van de inrichtingseisen die de Duitse tuintheoreticus C.C.L. Hirschfeld (1742-1792) stelt aan de inrichting voor een volkspark.
In Hirschfelds ‘Theorie der Gartenkunst’ uit 1779 staat in deel 5 een hoofdstuk over de Volksgarten. Hirschfeld betoogde dat het volk een plaats nodig had om frisse lucht in te ademen, te kunnen genieten van de natuur, een plek om zich te ontspannen maar ook om mensen te kunnen ontmoeten. Dit alles in een park dat zich daarvoor leende en met een aangepaste inrichting en beplanting. Als bijkomend voordeel kunnen mensen van allerlei rangen en standen elkaar ontmoeten.
Medio 1919 werd het terrein aan de westrand van de Brunssummerheide door de Staatsmijnen gekocht. De tuinarchitect K.C. van Nes, die al meer werkzaamheden verricht had voor de Staatsmijnen, kreeg de opdracht om een inrichtingsplan te maken voor de terreinen bij de Staatsmijn Hendrik.
Bij de afdeling Speciale Collecties zijn de plannen van K.C. van Nes voor de aanleg van terreinen van en bij Staatsmijn Hendrik aanwezig. Het betreft onder andere ook een ontwerp voor een muziektent en een wandelpark. Later kwamen daar nog een roeivijver en een hertenkampje bij.
Ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Staatsmijnen wilde de directie het park opwaarderen als cadeau aan de bevolking. Tuinarchitect John Bergmans kreeg in 1951 de opdracht een nieuw ontwerp te maken. Het terrein werd vergroot naar 80 hectare en in de plannen was onder andere een kabelbaan opgenomen. Ook een aantal van de documenten van Bergmans over (met betrekking tot) het project Schutterspark zijn terug te vinden bij Speciale Collecties en beschreven in de database Tuin.
Waarachtige Verhalen
23 uur geleden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten